Bodega Gutiérrez Colosía
La tierra, el mar y el vino en una copa de fino

Geschichte

De Bodegas Gutiérrez-Colosía bevinden zich sinds 1838 aan de monding van de Guadalete-rivier, in de baai van Cádiz. De droge oostenwinden en de vochtige westenwinden, die van de Atlantische Oceaan atkomstig zijn, regelen de vochtigheidsgraad, waardoor de omstandigheden voor de wijnen optimaal zijn.

De stabiliteit en kwaliteit van de wijnen van Gutiérrez-Colosía worden gegarandeerd door een nauwgezette gisting volgens het systeem van criaderas en soleras, in navolging van de beste tradities van de streek.

De structuur van de bodega's staat in de regio bekend als "nave de catedral" (beuk van een kathedraal). Doordat de gebouwen zo hoog zijn en er zoveel bogen zijn, worden de wijnen blootgesteld aan de bijzondere invloed van het klimaat waarvan de regio Jerez geniet. De bodega's zetten een oude wijnbouwtraditie voort: de eerste opslagplaats werd in 1838 gebouwd en onderging sindsdien slechts weinig veranderingen. Het domein kwam in handen van verschillende eigenaars, tot het in het begin van de 20e eeuw werd aangekocht door Don José Gutiérrez-Colosía, overgrootvader van de familie Gutiérrez-Colosía.

In 1969 kocht de familie Gutiérrez-Colosía de ruïnes van het paleis van de Graaf van Cumbrehermosa - scheepsbevrachter uit Amerika - die reeds een bodega bezat; op deze plaats liet de familie nog twee gebouwen optrekken. 

De Bodegas Gutiérrez-Colosía zijn de enige die rechtstreeks uitgeven op de Guadalete-rivier, wat zorgt voor de perfecte vochtigheidsgraad voor de biologische gisting van de wijnen onder een sluier, de "flor" (micro-organismen die zich op het wijnoppervlak uitbreiden).



Jerez - Xérès - Sherry

"El Marco de jerez" beslaat een oppervlakte van ongeveer 10.550 hectare. De bodem bestaat uit "tierras albarizas" ("witte" grond), waar de beste wijngaarden bloeien. De grond is kalkhoudend en van organische oorsprong, want hij is afkomstig van de sedimentatie van het water van een binnenzee die de streek in het Oligoceen bedekte.
De eerste wijnstokken van El Marco werden volgens Avieno, een Romeins historicus, omstreeks 1100 v.C. ingevoerd door de Feniciërs, die de stad "Xera" stichtten.

In 138 v.C. veroverde Scipio Emilianus de stad: dit betekende het begin van een 400 jaar durende handelsstroom naar Rome. Reeds toen bestond er een eerste vorm van kwaliteitscontrole, opgelegd door de Romeinen: zij eisten dat de amforen waarin de wijn uit El Marco de Jerez zat, van vier A’s werden voorzien.
De Moren bezetten deze landstreek van 711 tot 1264 en doopten ze om tot Sherish, waarvan het Engelse woord sherry is afgeleid. Sherry is de naam waaronder de Britten, die al sinds de 11e eeuw "jerez" kopen, deze wijnsoort kennen.

Na de ontdekking van het nieuwe continent kwam de handel met Amerika op gang en El Puerto de Santa María speelde een sleutelrol, want doordat de stad aan de monding van de Guadalete-rivier ligt, voeren de schepen van deze haven uit. Talloze paleizen worden gebouwd voor "scheepsbevrachters van Amerika", handelaars die uit alle delen van de wereld afkomstig waren. Napolitanen, Genuezen, Engelsen, enz. handelden in wijn.
  
Op het einde van de 17e eeuw begonnen de grote buitenlandse investeringen in de regio. Engelse, Schotse, Franse, Nederlandse investeerders vestigden hun eigen bodega's, wat het internationale karakter van onze wijnen - nu bekend onder de namen D.O. Jerez, Xérès of Sherry beklemtoont.


Criaderas & Soleras

 


De bedoeling van dit systeem is te komen tot homogene wijnen met een eenvormige smaak. Het is een dynamisch systeem, waarbij een "verschuiving van niveau" van de wijnen van de verschillende jaren wordt toegepast. Volgens dit systeem zijn er "criaderas" (vaten met wijn die "Iangzaam gist") en "soleras" (vaten die de onderste rij vormen en waarvan de wijn klaar is om te worden gebotteld). De vaten van de verschillende types worden op elkaar geplaatst. Bij een "saca" (of "rociado") van een solera-vat wordt het vat bijgevuld met wijn uit het criadera-vat dat er net boven ligt, dat op zijn beurt wordt gevuld met wijn uit het vat daarboven, enzovoort.

Hiervoor worden werktuigen gebruikt die "canoas" en "rociador" heten, waarmee de wijn slechts beetje bij beetje in de vaten terechtkomt, net zoals de dauw ("rocio"); de bedoeling is om de "flor" van de wijn niet te beschadigen. Dit is een duur proces, maar het garandeert de kwaliteit van de wijnen.



El Puerto de Santa María

Aan de oevers van de Guadalete-rivier, waarvan de naam betekent "rivier van de vergetelheid", bevindt zich de historische stad El Puerto de Santa María. De stichting van deze stad wordt toegeschreven aan een Atheense aanvoerder uit de Trojaanse oorlogen, Menesteo genaamd, die toen hij aan de oevers van de rivier aankwam,"EI Puerto de Menesteo" stichtte.

 In het midden van de 13e eeuw veroverde Alfonso X (Alfonso de Wijze) de stad en gaf hij deze een christelijke naam: "Santa María del Puerto".

 In de Middeleeuwen steunde de economie van El Puerto op de visvangst en de handel in zout en wijn, activiteiten waarmee zoveel winst werd geboekt dat de hertogelijke schatkist ze vrijstelde van belastingen.

 De bijdrage van El Puerto aan de ontdekking van Amerika was bijzonder groot, aangezien de eerste reis van Christoffel Columbus door de hertogen van Medinacelis, heren van El Puerto, werd gefinancierd. Latere reizen naar Amerika vertrokken vanuit El Puerto de Santa María.

De eerste wereldkaart werd in 1500 in El Puerto de Santa María opgesteld door Juan de la Cosa, inwoner van de stad, cartograaf en stuurman van de Santa María.

Na de ontdekking nam de rijkdom van de stad toe, naarmate het handelsverkeer met Amerika concrete vormen aannam en gezinnen van scheepsbevrachters en reders zich aan de overzijde van de oceaan gingen vestigen.